
Pakkende getuigenissen van ouders in armoede
In Vlaanderen leeft 11,4 procent onder de armoededrempel
Medicatie of eten? Ouders in armoede moeten vaak kiezen
Sportclub, verjaardagsfeestje, schoolreis: vanzelfsprekend voor de een, onbetaalbaar voor de ander. Achter de cijfers over kinderarmoede schuilt een dagelijkse realiteit van keuzes die geen ouder zou moeten maken. Op de Werelddag van Verzet tegen Armoede vertellen zij hun verhaal.
Zes kinderen, één inkomen en elke dag een reeks lastige keuzes tussen noodzakelijke uitgaven. Mieke Duinslaeger (42) uit Oostende weet er alles van. Ze leeft onder de armoedegrens en woont met haar gezin in een sociale woning in Oostende. Vier van haar kinderen gaan doordeweeks naar het internaat, twee zonen volgen speciaal onderwijs. Een van hen is meestal thuis: door zijn autisme kan hij maar vier uur per week naar school.
Duinslaeger werkte tot 2011 als buschauffeur en is daarna volledig arbeidsongeschikt verklaard. “Mijn rug is kapot, ik ben volledig afgeschreven. De prognose is een rolstoel.” Als kind had ze kanker. Door de behandelingen is haar lichaam nu op. “Een hospitalisatieverzekering is voor mij onbetaalbaar door mijn medische geschiedenis. Het is zoeken naar medicatie die betaalbaar is en een beetje helpt.”
Alleen die medicijnen kosten haar elke maand 350 à 400 euro. Dat betekent keuzes maken. “In de vakanties, als alle kinderen thuis zijn en drie maaltijden per dag nodig hebben, zet ik mijn medicatie op een heel laag pitje.” Zelf eet Duinslaeger weinig. “Ik eet een keer per dag. Ik leef op koffie.”
Haar maandinkomen bedraagt ongeveer 3.000 euro: een invaliditeitsuitkering van zo’n 1.776 euro, aangevuld met kindergeld. Daar moet alles van betaald worden. “Ik heb geen recht op sociaal tarief voor gas en elektriciteit, omdat ik net 4 cent boven het leefloon zit.” De alleenstaande moeder van zes doet haar boodschappen bij Albert Heijn, Aldi en Lidl, en weet wekelijks precies wat in promotie is. Het gezin eet vaak gehakt (het goedkoopste vlees), diepvriesgroenten en boterhammen met choco. Eén keer per maand rijdt ze met anderen naar een goedkopere slagerij buiten de stad en delen ze de benzinekosten.
Kapotte schoenen
Los van Duinslaegers planning en gereken blijven er onverwachte kosten met een opgroeiend gezin. Kapotte schoenen, of – ze hoopt het niet – een oude auto die binnenkort de geest geeft. Haar kinderen van 8 tot 18 willen graag meedoen met leeftijdsgenoten. “De twee oudsten hebben een gsm. De anderen alleen een oud toestel zonder simkaart, dat nog net YouTube aankan. Ze kunnen niet alle apps op hun telefoon zetten die ze zouden willen.” Kampen, schoolreizen en sport – telkens een zorg. “Mijn oudste twee gaan dit schooljaar allebei op buitenlandreis. Dat kost 1.250 euro in totaal. Met school heb ik een maandelijkse afbetalingsregeling getroffen, anders zou het niet lukken.”
De jongere kinderen kunnen via het Pelicano-fonds mee op kamp. Ze springen ook bij voor kleding of als bijvoorbeeld de wasmachine stuk is. “Dat maakt een groot verschil.” Duinslaeger probeert hard te vermijden dat haar kinderen iets missen. Dat lukt niet altijd. Zo zit sporten er niet in. “De oudste twee willen naar Basic-Fit, 25 euro per maand, maar dat gaat niet. Het is wachten tot er een andere kostenpost wegvalt.” Verjaardagen worden sober gevierd, kinderpartijtjes worden niet gegeven, alleen voor familie. “Ik zet elke maand 10 euro aan de kant. Cadeautjes zijn tweedehands en kosten maximum 20 euro per kind.”
Duinslaeger vindt het belangrijk dat haar kinderen leren budgetteren en sparen. Ze hoopt vooral dat zij later niet in dezelfde situatie terechtkomen: dat ze een stabiele baan kunnen vinden en gezond blijven. “Ik heb inmiddels dertien jaar ervaring in overleven”, zegt ze. “Het kost veel tijd en energie: je moet steeds blijven zoeken naar oplossingen.”
Helaas is Mieke Duinslaeger niet de enige. Vorig jaar liep 18,3 procent van de Belgen risico op armoede of sociale uitsluiting. Dat zijn meer dan 2,1 miljoen inwoners van ons land. In Vlaanderen leeft 11,4 procent van de bevolking onder de armoedegrens en 6,2 procent kampt met ernstige materiële tekorten, onder wie naar schatting 300.000 kinderen, blijkt uit cijfers van Statbel.
Dringend actie
Er is dringend actie nodig om kinderen structureel uit armoede te halen, is te horen bij Pelicano, het kinderarmoedeprogramma van de Stichting Koningin Paola. “Elke euro die in kinderarmoedebestrijding geïnvesteerd wordt, wint zichzelf vlot terug. Kinderarmoede is geen cijferprobleem, het is een toekomstprobleem”, aldus COO Christine de Bray.
“Kinderen zijn het grootste slachtoffer van armoede: moeilijke keuzes die hun ouders moeten maken hebben een impact op hun ontwikkelingskansen”, vult Leendert Van Hulle aan, campagnecoördinator bij Stichting Koningin Paola tijdens de Week tegen Kinderarmoede. “Door financieel tussen te komen in specifieke uitgaven zorgt Pelicano ervoor dat kinderen kunnen deelnemen aan de maatschappij en hun talenten kunnen ontwikkelen.”
‘Kleine luxe, groot verschil’, heet de nieuwe campagne van Pelicano. “Een matcha latte onderweg, een cocktail op vrijdagavond, een sportles of een lunch met vrienden. Wat voor ons een kleine luxe-uitgave is, kan voor een kind het verschil maken tussen meedoen of uitgesloten worden”, stelt Van Hulle.
Ook het Netwerk tegen Armoede benadrukt dat iedereen recht heeft op een menswaardig inkomen boven de armoedegrens. “Armoede begint bij een tekort aan geld. Wij pleiten voor een inkomen boven de armoedegrens voor iedereen. Dat is de voorwaarde voor een menswaardig leven”, zegt algemeen coördinator Heidi Degerickx. Met de campagne “Mensen in armoede tellen ook!” vestigt het Netwerk deze maand de aandacht op deze problematiek, rondom de Werelddag van Verzet tegen Armoede op 17 oktober.
Sociale rechten
Het Netwerk tegen Armoede schuift vier concrete maatregelen naar voren om de last van mensen in armoede te verlagen: verhoog alle uitkeringen tot boven de armoedegrens, verhoog de sociale toeslagen in het Groeipakket, ken sociale rechten automatisch toe zodat minder mensen uit de boot vallen en zorg voor een duidelijk kader rond schulden en bewindvoering, met meer middelen voor gratis schuldhulpverlening via OCMW en CAW.
Het verhaal van Mieke Mons (48) is een schrijnend voorbeeld van hoe urgent het is dat mensen krijgen waar ze recht op hebben. Ze is alleenstaande mama van drie tieners van 19, 17 en 15 en leeft al zeventien jaar van een invaliditeitsuitkering. Door chronische pijn en psychische problemen kan ze niet meer hele gezin werken. “Pas onlangs hoorde ik dat ik al jaren recht had op een extra toelage. Dat had niemand mij ooit verteld. Vanaf nu krijg ik ruim 400 euro meer per maand.” De opluchting is groot, maar tegelijk knaagt de paniek: wat betekent dit voor haar toeslagen, welk papierwerk volgt er nu? “Ik heb chronische geldstress. Ik check mijn bankrekening meerdere keren per dag en raak in paniek als er iets niet klopt. Geld beheerst mijn leven: arm zijn is een job.”
Sinds 2011 zit Mons bij budgetbeheer. Iemand kijkt mee met haar inkomsten en uitgaven. “Dat is mijn redding geweest: door hen heb ik geen schulden.” De stress blijft, zegt ze, ook al is er wat meer financiële ademruimte. “Armoede kruipt in je lijf, in je denken, je wordt er letterlijk ziek van. En als je ziek bent, raak je nog moeilijker uit de armoede. Het is een vicieuze cirkel.” Haar kinderen groeiden ermee op en weten niet beter. “Verjaardagfeestjes zijn niet uitbundig: dat is een koffiekoek of taart. Als iemand het licht laat branden, zeg ik meteen: ‘doe dat uit, dat is nutteloos geld.”
Mons kan eindeloze voorbeelden geven van de dilemma’s waar ze al voor gestaan heeft. Zoals het moment dat ze haar drie kinderen naar de opvang bracht om een stuk verderop boodschappen te doen op de fiets. Ze stond voor een afweging: goedkoop mogelijk boodschappen kopen omdat er weinig geld is, of over een maand die extra opvangkosten betalen, maar wat uiteindelijk duurder uitviel. “Mijn kinderen hebben vroeger weleens met kapotte schoenen gelopen. Wil je dat je kinderen er onverzorgd uitzien, of leef je een week heel low budget op pannenkoeken met choco? Dat zijn keuzes die niemand zou moeten maken.”
Een leuker persoon word je er niet van, zegt ze. “Mijn zoon had een ongelukje met basketbal op het schoolplein, zijn bril raakte kapot. Dus daar ging ik weer richting school met de rekening – zij zijn daarvoor verzekerd. Het is zoveel gedoe dat je het eigenlijk liever zelf zou betalen. Maar dat kon echt niet.”
Ondanks alles probeert Mons haar kinderen zoveel mogelijk kansen te geven. Sint-Niklaas heeft goede regelingen voor mensen in armoede, vertelt ze. “Zo sporten we via de 80/20-regeling van de stad, waardoor we maar een klein deel zelf betalen.”
Ook kent ze ondertussen alle gratis uitstapjes in de regio Antwerpen en is de koning in het zoeken van kortingsbonnen. Ook maakt het gezin gebruik van Iedereen Verdient Vakantie en Rap op Stap, initiatieven die mensen met een beperkt budget helpen. “We doen niet niets, we doen het anders”, vertelt Mons. “We maken zelf churros in plaats van ze te kopen op de kerstmarkt. We kopen in de zomer een pak ijsjes bij de Lidl, niet op een terras.”
Werken is voor Mons niet aan de orde. Intussen haalt ze veel voldoening uit haar vrijwilligerswerk als ervaringsdeskundige bij Centrum Kauwenberg vzw in Antwerpen, waar ze voor haar gevoel een waardevolle bijdrage kan leveren aan de samenleving.
Structureel sparen
Tineke Demey (38) kan erover meepraten hoe moeilijk de overstap is van een uitkering naar betaald werk. Ze woont in een nieuw samengesteld gezin met vier kinderen: een zoon van 20, een dochter van 18, een dochter van 9 en een pluskind van 7. “Met een opgroeiend gezin komt er altijd iets bij, zoals vandaag een onverwachte rekening bij de orthodontist van 180 euro.”
Tot zes jaar geleden zat ze diep in de schulden en moest ze de eindjes aan elkaar knopen. “Ik zat in de collectieve schuldenregeling, dat was zó schrijnend voor de kinderen. Als ik geld vroeg voor kleding, kreeg ik misschien 50 euro.”
De moeder van drie volgde de opleiding Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting en haalde haar diploma. “Dat heeft mij geholpen om de cirkel van armoede te doorbreken.” Inmiddels werkt Demey bij Vereniging Ons Tehuis in Ieper, een beveiligd verblijf voor meisjes.
Haar partner werkt ook. “We kunnen goed leven, maar houden niet veel over en kunnen niet structureel sparen. Ook deze regering beloont werken niet, en veel extra’s zijn weggevallen toen ik een job kreeg. Maar al zouden we de Lotto winnen, we zouden wel blijven werken”, klinkt ze vastbesloten. “Mijn job zorgt ervoor dat ik mij beter voel en sociale contacten heb.”
De grootste lasten voor het gezin zijn school en opvang. “Voor mijn dochter in het lager is de factuur dit jaar 25 tot 30 euro per maand hoger voor warme maaltijden, middagtoezicht en uitstapjes. Voor de middelbare school komen daar laptops, nieuwe boekentassen en extra activiteiten bij. Ook kampjes en hobby’s vragen veel geld. Paardrijden kostte bijvoorbeeld 350 euro voor drie maanden. Nu turnt mijn jongste dochter, dat is goedkoper.”
Boodschappen zijn ook een grote kostenpost. “Ga nooit met honger naar de supermarkt”, tipt ze. “Ik koop vlees voor een hele maand bij een grotere vleeshandel, goedkoper dan dat ik het in de supermarkt haal per keer. Ook haal ik geregeld verse groentjes bij de boer, ik kijk altijd goed naar promoties.”
Kleding is een andere uitdaging met opgroeiende kinderen. “Jongeren dragen steeds meer merkkleding”, zegt Demey. “Mijn oudste dochter vraagt daar ook om. Inmiddels heeft ze een bijbaantje en betaalt een deel zelf. De kinderen bestellen ook via shops als Shein. Dat is niet duurzaam en gaat sneller kapot, maar dan kunnen ze wel meer kopen.”
Demey probeert de financiële druk zoveel mogelijk verbergen voor haar kinderen, hoewel ze hen wel uitlegt dat er keuzes gemaakt moeten worden. “Ze groeien op met een bewustzijn over geld. Kleren kopen we via Vinted of tweedehands, grotere aankopen zoals een fiets moeten soms wachten. Vaak stel ik aankopen voor mezelf uit om hen iets meer te kunnen geven. Ik wil dat zij niks tekortkomen, ook al kost dat mij zelf iets.”
Een beperkt budget vraagt om goed plannen, keuzes maken en vooruitdenken, besluit ze. “Je wilt je kinderen laten meedoen, met verjaardagen, kampjes, hobby’s en kleding, maar het vraagt veel denkwerk, creativiteit en discipline.”
© De Morgen – Ans Boersma – vrijdag 17 oktober 2025
