Elk kind telt

Laat van je horen

CONTACTEER ONS.

Soms begint een leven veranderen met een vraag stellen

    Contact

    02 528 06 75
    info@pelicanofoundation.be

     

    IBAN BE53 0687 7777 7753
    Mededeling:
    ik steun een Pelicanokind

    Adressen

    Contact

    Op ons telefoonnummer kan je tijdens de werkuren bellen voor informatie of persoonlijke vragen. Je kan ons ook een mailtje sturen. We beloven je een snel antwoord. Hartelijk bedankt voor je interesse in Pelicano Kinderarmoedestichting en onze werken.

    VRAAG EN ANTWOORD.

    De antwoorden op de meest gestelde vragen

    Heb je een vraag over wat Kinderarmoedestichting Pelicano doet? Over hoe jij kan helpen? We hebben de antwoorden op enkele van de meest gestelde vragen voor je verzameld.

    Kinderarmoedestichting Pelicano werkt met zorgpartners (scholen, OCMW’s, CLB’s, de sociale dienst van het Koninklijk Paleis, mensen zoals jij …). Zij zijn de schakel tussen het kind en Pelicano.

     

    Onze zorgpartners sturen dossiers door van kinderen die in schrijnende omstandigheden opgroeien. Onze zogeheten sociale commissies bestuderen (zowel in Vlaanderen als in Wallonië) om de twee weken alle nieuwe dossiers. Via een grondig onderzoek brengen ze tal van criteria in rekening. Daarna beslist de commissie of een kind wordt ondersteund of niet.

     

    We kunnen alleen maar de meest kwetsbare kinderen helpen. Onze middelen zijn (soms jammer genoeg) immers nog altijd beperkt. Jouw steun kan dus ook hier mee een verschil maken.

    Jouw donatie, hoe groot of klein die ook is, gaat nagenoeg volledig, rechtstreeks en zonder omweg naar de kinderen die Pelicano steunt in België. Je kan dat ook in ons meest recente jaarverslag nalezen. Daar zie je zelf hoe we omgaan met jouw donatie.

    Pelicanokinderen zijn kinderen uit een gezin dat in (vaak schrijnende) armoede leeft en waarvan onze sociale commissie heeft beslist om er een Pelicanokind van te maken.

     

    Daarvoor krijgt Kinderarmoedestichting Pelicano aanvragen vanuit de samenleving om kinderen te helpen. Die aanvragen komen binnen via scholen, OCMW’s, CLB’s … die voor Pelicano als zorgpartner optreden. Zij zijn het ook die, na de goedkeuring, het geld voor het kind gaan beheren.

     

    De goedkeuring waarvan we hier spreken is de beslissing die onze zogeheten sociale commissie neemt over elke aanvraag. Die sociale commissie komt om de twee weken samen en bestaat uit drie experts met heel wat kennis van zaken als het aankomt op armoede(bestrijding).

     

    Als zij het groen licht geven, krijgen kinderen het statuut van Pelicanokind. Pelicano verbindt zich ertoe om die kinderen langdurig te ondersteunen. Tot ze 18 jaar zijn of een diploma behalen, om precies te zijn.

    Wij maken er een erezaak van: elk bedrag dat onze donateurs , moet zonder omwegen bij onze Pelicanokinderen terechtkomen. Onze zorgpartners zien daar ook op toe. Jouw bijdrage komt niet in handen van de ouders van het kind, een voogd of van nog eens andere organisaties. Onze zorgpartners zijn bijvoorbeeld een school of een OCMW. Zij hebben nauw contact met het kind.

     

    Daardoor én doordat we het kind gedurende lange tijd blijven steunen, werken we efficiënt en structureel aan de oplossing om het kind in kwestie uit de armoede te krijgen en te houden. De zorgpartner kan ook perfect inschatten of overleggen wat de wensen en noden zijn van het Pelicanokind.

    Kinderarmoede verwijst naar situaties waarin kinderen opgroeien in gezinnen met onvoldoende financiële middelen om basisbehoeften zoals voeding, kleding, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg te voorzien. Dat leidt vaak tot sociale uitsluiting en heeft ernstige gevolgen voor hun ontwikkeling en welzijn.

    Het exacte aantal kinderen in België dat in armoede leeft, is onbekend. Schattingen variëren van 165.000 tot 375.000 kinderen, afhankelijk van de gebruikte definitie van armoede en de meegenomen data.

     

    Maar over één ding kunnen we het vast eens zijn: elk kind in armoede is er eentje te veel. Help jij mee kinderarmoede uit de wereld helpen?

    Een kind in armoede kan te maken krijgen met verschillende problemen, die ook vaak door elkaar lopen. Dit is een kort overzicht:

     

    • Voedingsproblemen: ondervoeding en groeiachterstand.
    • Gezondheidsproblemen: verhoogd risico op chronische en acute ziekten.
    • Onderwijsproblemen: leerachterstand door gebrek aan middelen en stimulatie.
    • Sociale uitsluiting: gevoel van isolatie en laag zelfbeeld.

    Minstens zo belangrijk als het tekort aan geld, kleren, gezond eten … is de psychische belasting van te moeten leven in armoede. Die leidt tot heel wat problemen, ook bij (vaak jonge) kinderen:

     

    • Chronische stress en angst.
    • Depressie en stemmingsstoornissen.
    • Trauma en ontwikkelingsstoornissen.
    • Laag zelfbeeld en sociale isolatie.

    Kinderen in armoede hebben vaak niet de nodige energie om op te letten op school. Wellicht kregen ze niet echt een gezond ontbijt, of was ook hun brooddoos niet gevuld. Ze hebben ook vaak andere zorgen aan hun hoofd, en beschikken niet altijd over het nodige schoolmateriaal (denk maar aan schriften, schrijfgerief, boeken, een laptop …).

     

    Dat leidt al snel tot leerachterstand of zittenblijven. Veel kinderen in armoede verlaten ook de school zonder diploma, en naar het hoger onderwijs gaan is door de kostprijs al vaak helemaal geen optie.

    Armoede komt overal voor in ons land. Toch ontwaren specialisten wel bepaalde specifieke risicogroepen:

     

    • Kinderen uit eenoudergezinnen. Vaak is het daar de moeder die de boel moet beredderen, en dat met één inkomen.
    • Kinderen met laagopgeleide ouders. Zij hebben vaker een lager inkomen en een onzekerder job.
    • Kinderen met een migratieachtergrond. Daar spelen taalproblemen, discriminatie en een klein sociaal netwerk een grote rol.
    • Kinderen uit grote gezinnen, met drie of meer kinderen, uit een nieuw samengesteld gezin of uit een gezin met kinderen uit meerdere relaties lopen ook meer risico.
    • Ook lopen kinderen die in stedelijke gebieden wonen een hoger risico op armoede dan kinderen die in landelijke gebieden wonen. Dat komt door factoren zoals hogere huurprijzen, minder toegang tot betaalbare kinderopvang en een grotere concentratie van werkloosheid.

     

    Dat betekent natuurlijk niet dat gezinnen uit deze groepen het per definitie niet goed doen. Integendeel: we mogen met zijn allen onze hoed afnemen voor mensen die er – ondanks hun moeilijk situatie – toch in slagen van de eindjes, ook voor hun kinderen, aan elkaar te knopen.

     

    Kinderen uit gezinnen bij wie het door omstandigheden niet lukt, kunnen jouw hulp goed gebruiken.

    (Kinder)armoede is een complex probleem. Vaak ligt een samenspel van verschillende oorzaken aan de basis ervan. Als we de belangrijkste op een rijtje zetten, dan krijg je dit overzicht:

     

    • Sociale voorzieningen zijn niet altijd toereikend: denk aan lage uitkeringen voor werklozen, alleenstaande ouders en andere kwetsbare groepen.
    • De toegang tot uitkeringen verloopt vaak moeilijk: complexe bureaucratische procedures en strenge criteria kunnen het voor kwetsbare gezinnen moeilijk maken om toegang te krijgen tot de ondersteuning die ze nodig hebben.
    • De toegang tot kwaliteitsonderwijs is niet evident. Zo is er de ongelijke schoolfinanciering, waardoor scholen in arme wijken vaak minder middelen en minder gekwalificeerde leraren hebben dan scholen in rijkere wijken. Dat kan dan weer leiden tot leerachterstanden bij kinderen uit arme gezinnen, waardoor ze later op de arbeidsmarkt minder kansen hebben. Bovendien zijn scholen in gebieden met een hoge concentratie armoede, vaak wat we ‘gesegregeerd’ noemen. Daardoor komen kinderen uit deze gezinnen minder in contact met kinderen uit andere sociale milieus. Dat beperkt dan weer hun kansen op sociale mobiliteit.
    • Betaalbare kinderopvang is niet overal even makkelijk te vinden. Daardoor kunnen ouders soms minder vlot deelnemen aan de arbeidsmarkt, wat op zijn beurt de armoede kan verergeren.
    • Discriminatie op basis van sociale klasse of afkomst. Mensen uit arme gezinnen of met een migratieachtergrond kunnen te maken krijgen met vooroordelen op de arbeidsmarkt, waardoor ze minder kansen hebben op goedbetaalde banen. In sommige gevallen worden mensen uit arme gezinnen of met een migratieachtergrond zelfs uitgesloten van sociale voorzieningen, waardoor ze nog kwetsbaarder worden voor armoede.

    De evolutie van kinderarmoede in België de afgelopen jaren is een complexe problematiek met verschillende nuances.

     

    Het goede nieuws is dat het algemene armoedecijfer in België de afgelopen jaren is gedaald. Tussen 2013 en 2020 bleef het armoedecijfer onder kinderen ook al stabiel.

     

    Tegelijk zijn de verschillen per regio groot: in Brussel is het armoedecijfer onder kinderen met 23,3% het hoogst, gevolgd door Wallonië (16,2%) en Vlaanderen (7,3%).

     

    Bovendien is de langdurige armoede onder kinderen (minimaal vier jaar op rij), de afgelopen jaren weer toegenomen. Dat is vooral een probleem voor kinderen in eenoudergezinnen en in gezinnen met een migratieachtergrond.

     

    Daarnaast zijn er enerzijds positieve ontwikkelingen:

    • de uitkeringen voor kinderen zijn de afgelopen jaren verhoogd;
    • er is meer aandacht voor psychosociale ondersteuning van kinderen in armoede;
    • er zijn meer initiatieven gericht op kansarmoedebestrijding op lokaal niveau.

    Maar tegelijk komen er telkens weer nieuwe uitdagingen bij:

    • De impact van de COVID-pandemie is nog altijd voelbaar. De pandemie heeft de economische ongelijkheid in België vergroot, wat waarschijnlijk ook een negatieve impact heeft gehad op de armoedecijfers onder kinderen.
    • Er is de stijgende kosten van levensonderhoud. De hoge energieprijzen en inflatie maken het voor gezinnen met lage inkomens steeds moeilijker om rond te komen.
    • Er heerst momenteel een wooncrisis. De krapte op de woningmarkt en de hoge huurprijzen maken het voor gezinnen in armoede moeilijk om betaalbare woonruimte te vinden.

     

    We kunnen alleen maar vaststellen dat de ontwikkeling van kinderarmoede in België de afgelopen jaren een ‘mixed picture’ is. En dat er nog veel kinderen in armoede onze hulp goed kunnen gebruiken. En dus ook die van jou.

    IK WIL HELPEN.

    Geen kind in België
    blijft achter